Locatie: Kerkplein 4, Ammerstol
In 1331 stond op deze plek al een kapel. Graaf Willem III van Holland was de stichter. Wanneer de kapel een kerk werd is niet precies bekend, in elk geval na 1350. Op basis van rekeningen zien we dat in 1700 het dak vernieuwd moest worden. In 1779 is de toren rechtgezet en in 1822 of 1827 is het hele schip vervangen. De hele kerk is in 1878 afgebroken. Architect L.J. Redeker uit Schoonhoven was in 1880 de ontwerper van het huidige gebouw, een éénbeukige kerk met toren. In de kerk hangt een rouwbord van Jacob de Cuypre, ambachtsheer van Bergambacht, ‘s-Heeraartsberg en Ammerstol gedateerd 19 augustus 1702.
De bezoeker ziet twee gezangenborden uit 1677 gesigneerd door Jan Munnickhoff en van dezelfde hand een tekstbord uit 1684 met een citaat uit Jesaja 55:6 en Psalm 92:14. Van de drie koperen kronen werden er twee door schenking verkregen in 1709. Men treft een luidklok uit 1564 aan van de Utrechtse geschut- en klokkengieter Antonis de Borch met de inscriptie 'Antonius is min name. min geluit is voer Godt bequam'.
Bij funderingswerkzaamheden in 2015 van dit rijksmonument verscheen een wettelijk voorgeschreven archeologisch onderzoek. Klik op de link hieronder voor een uitgebreide rapportage.
De kerk is verbonden aan de PKN en ze wil een open en tolerante geloofsgemeenschap zijn. Men vindt in Ammerstol dat de geloofsgemeenschap en de predikant goed gehuisvest moeten zijn in een aantrekkelijk en warm huis. Links van de kerk staat de pastorie en rechts van de kerk is de begraafplaats. De pastorie is traditioneel en sober gebouwd. Ze heeft neoclassicistische kenmerken, zoals de diamantvormige sluitstenen. Tot 1880 stond hier de gemeentelijke dorpsschool, maar deze verhuisde in dat jaar naar de Lekdijk.
Bij de grote verbouwing van 1967 zijn er gedichtjes en verhaaltjes van acht schilders en timmerlieden, onder een kerkbank gevonden. Deze waren verstopt in een fles. De mannen hebben tijdens de strenge winter van 1929 in de kerk gewerkt. (Meer lezen). Een enkel gedicht vind je hierna.
1929
’t Wintert, ’t wintert, wat een strop,’t wintert door en ’t houd niet op
’t Is nu reeds de 4e Maart,en het vriest nog steeds ontaard
Ieder hunkert naar den dooi, maar de Lek zit wonder mooi
De ooren vriezen van je kop,Winter, Winter, houdt toch op
De stijl van ’t schrift is wel wat raar, maar de nieuwe spelling is nog niet klaar
Maar bij al die narigheid, werden wij plotseling verblijd door een boodschap van de kerkeraad
Het klonk krachtig en kordaat
De kerk moet wat opgeknapt, zie maar dat je het handig lapt
Maan de Jong en de Gebr. Band, namen kwasten en schrappers ter hand
Bij dat geschrap ondervond men alras, dat de preekstoel en de heerenbank van eikenhout was
Deze bank was afkomstig van de ambtsheer van Hardenbroek, zat onder de verf zo dik als een koek
Ook het hek bleek uit de oude kerk afkomstig te zijn, hij paste bij de rest zowel in kleur als in lijn
Baas Kok sprak ik sta jullie borg, dat is werk voor monumentenzorg
Wij hebben toen zaag en schaaf gegrepen, en de boel vermaakt naar ’t plan van Pepe
We stoken in de kerk dat ’t naar is, gelukkig dat de boel haast klaar is
We stoken de kerkeraad nog arm, maar in de kerk is ’t lekker warm
Zo’n kerk is wel een prachtig ding, als ’t altijd maar als nu hier ging.
De leus der kerk is “Vrede op aard”, want anders is ’t geen stuiver waard
Wanneer gij deze regels vind, onthoud dan dit mijn beste vrind
Dat ieder mensch hier op deez aard, zijn medemensch, d’ellende spaart
’t zij welk volk, ’t zij welk bloed, naastenliefde ’t hoogste goed
Zoals je hier onder ziet, ik ben dichter Speenhof niet
‘K zal liegen als het anders was, ik heet Mar van As
Geb. 15 september 1905.
Verderop, ter hoogte van Achterweg 2, staat het plaatselijke oorlogsmonument: een beeldengroep van drie staande vrouwenfiguren die over een glazen muur kijken. Het symboliseert het wachten op de thuiskomst van hun dierbaren, die gedwongen hun dorp moesten verlaten en nooit meer zouden terugkeren. Op het glazen paneel staat tekst van dominee Hugenholtz: “De oorlog wordt niet door wapens doch door mensen gevoerd.”
Ineke van Dijk uit Stolwijk maakte het beeld. De namen van de dorpsbewoners zijn: Arie Matthijs de Jong, * 8-3-1921, † 30-11-1943, Jan Ooms, * 7-10-1920, † 21-10-1943. Zij rusten op het Nederlands Ereveld in Düsseldorf. Vóór de herdenking van 4 mei a.s. worden hier nog drie namen aan toegevoegd: Henri en Kathe Dukker-Goldapp en Simon Jeannette Mogendorff. Zij zaten ondergedoken bij dominee Hugenholtz. Bij zijn arrestatie werden deze drie Joodse onderduikers gevonden en ook gearresteerd. Zij zijn omgebracht in het vernietigingskamp Sobibór in Polen.