Locatie: Schoonhoven
Schoonhoven staat bekend als de Zilverstad van Nederland. Vanwaar die naam? Deze vraag is nog altijd niet ontrafeld. De titel 'zilverstad' werd voor het eerst gebruikt bij de opening van de spoorlijn Schoonhoven-Gouda in 1914. Toen werkte al 40% van de beroepsbevolking in het zilver. Er is dus een lange geschiedenis aan vooraf gegaan.
Omstreeks 1300 was aan Jan van Beaumont, de jongere broer van de graaf van Holland,
uit de erfenis van zijn vader onder meer de Hoge Heerlijkheid Schoonhoven toebedeeld. Hij maakte het kasteel van Schoonhoven tot zijn residentie voor al zijn bezittingen in Holland. In de tijd van zijn kleinzoon, graaf Jan van Blois, was het hof in Schoonhoven het belangrijkste hof in Holland. Zo’n adellijk hof trok kunstenaars aan ook goud- en zilversmeden. Zo werkten in de 14de eeuw steeds twee of drie goud- en zilversmeden in Schoonhoven: voor het hof van Blois, voor de kerk en kloosters in de stad en voor de welgestelde stedelingen.
Zilversmeden zijn er na het vertrek van het hof aldoor in de stad gebleven. Het aantal groeide en aan het begin van de 17e eeuw waren het er ruim meer dan voor de bevolking van de stad nodig waren. Ze maakten dus zilveren voorwerpen voor klanten buiten de stad. Dat is tot op de dag van vandaag nog steeds zo.
Al in de 18e eeuw bestond er een soort industrie, maar de gebruikte machines werden met spierkracht aangedreven.
Aan het begin van de tweede helft van de 19e eeuw wordt de spierkracht van de mens vervangen door een machines aangedreven met een gasmotor. Typisch Schoonhovense producten waren vooral klein en licht, zoals tasbeugels, bijbelsloten en sieraden bij de verschillende klederdrachten.
Aan het begin van de 20e eeuw kreeg Schoonhoven elektriciteit. De productie kon worden opgevoerd. Er kwam echter een periode waarin vooral de grote bedrijven het moeilijk kregen. Door veranderende omstandigheden stortte de vraag naar gebruikszilver in. De maakindustrie van 'artikelen' uit de catalogus op bestelling verdween van het toneel. Er is nog een enkele fabriek, maar niet meer met veel personeel. Nu zijn er weer veel kleine bedrijfjes waar vooral sieraden worden gemaakt. En edelsmeden die zich toeleggen op artistiek autonoom werk, 'zilverkunst' zo men wil.
Het ambachtelijk vakmanschap bestaat nog en dat is waarom Schoonhoven de Zilverstad is van Nederland.
Een stad met een school waar goud- en zilversmeden worden opgeleid.
Waar je de historie op straat ziet.
En waar je, als je goed luistert, nog steeds het gehamer van de zilversmid kunt horen.