Locatie: Bij de Watertoren 25, Schoonhoven
Deze watertoren uit 1901 is een ontwerp van F.A. de Jongh uit Schiedam. De zogenaamde chaletstijl wordt gekenmerkt door ver overstekende dakoverstekken. Het waterreservoir bevindt zich achter de geelgekleurde houten omkuiping. Deze toren heeft een spitse kap, die er alleen maar voor de sier op staat. Bij alle andere watertorens in Nederland vinden we de dakbedekking namelijk net boven dat reservoir.
Werking watertoren
Het water werd gewonnen uit drie nabijgelegen putten en was van zodanige kwaliteit dat het zonder zuivering in het waterleidingnet kon worden gepompt. Het bestond uit kwelwater uit de Lek dat via diepliggende zandlagen op natuurlijke wijze werd gefilterd. Opslag van het water vond plaats in de zogeheten reinwaterkelder onder de begane grond. Het water werd naar het reservoir gepompt, eerst door gasmotoren en later door elektromotoren. De hoogte van het reservoir zorgde voor voldoende druk zodat het water in het waterleidingnet kon stromen.
Door verbeterde techniek van de pompen is het niet langer noodzakelijk om het leidingwater naar een hooggelegen waterreservoir op te pompen om druk op de waterleiding te houden. Er was dus geen bestaansrecht meer voor watertorens. Veel torens zijn ondertussen gesloopt. Dat dreigde ook voor de Schoonhovense watertoren. Gelukkig zag de toenmalige gemeente Schoonhoven het cultuurhistorisch belang van de toren in en kon het ook de status van rijksmonument verkrijgen. De toren werd ingrijpend opgeknapt en geschikt gemaakt voor een nieuwe functie.
Aanvankelijk was een galerie voor zilversmeden in de Watertoren gevestigd.
Na de eeuwwisseling is de toren overgedragen aan de Vereniging Hendrick de Keyser, die er nu een ‘Monument en Bed’ en een woning in exploiteert.
Wilt u er ook een keer slapen? Kijk dan even op de website.
