Op 1 januari 2015 ging de stad, samen met de gemeenten Ouderkerk, Bergambacht, Vlist en Nederlek op in de gemeente Krimpenerwaard. Daartoe behoren ook de oorspronkelijk dorpskern van Willige Langerak (de westkant, een verhoogd stuk grond met een wit kerkje erop) en een deel van de buurtschap Bovenberg. De Stad Schoonhoven heeft 11.948 inwoners (2015) en een oppervlakte van 6,96 km² (waarvan 0,67 km² water).
Schoonhoven, het oude vestingstadje, ligt aan de oostelijke rand van de Krimpenerwaard, ten noorden van de Lek, aan de N210, tegen de grens met Utrecht. Hier komen de rivieren de Vlist, de Lek en de Zevender bij elkaar.
Geschiedenis van Schoonhoven
In het Algemeen Rijksarchief in Den Haag ligt een perkamenten oorkonde met een zegel eraan waarin de oudste vermelding van Schoonhoven voorkomt. Daarin verklaart Johannes van de Lede dat hij aan de inwoners van Noord-Zevender voor eeuwig een watergang schenkt. De oorkonde eindigt met de tekst "Datum et actum anno Domini MCCXL septimo, apud Sconhoven" (Datum en gedaan in het jaar Ons Heren 1247, Bij Schoonhoven).
Schoonhoven is ontstaan aan de monding van de Zevender, een veenriviertje dat vanuit de Lopikerwaard naar de Lek stroomde. Op die plek verrees begin 13e eeuw ook een kasteel. Johannes van de Lede was waarschijnlijk de man die rond 1220 dit kasteel gebouwd heeft aan de noordkant van de Zevender of Lopikerwetering, ongeveer op de plaats waar nu de Grote Gracht ligt. Bij het kasteel ontstond toen het plaatsje Schoonhoven. Het kasteel brandde in 1518 vrijwel geheel af; de resten werden enkele decennia later geheel gesloopt.
In 1280 wordt er gesproken van een stedelijke nederzetting, dat vooral door zijn strategische ligging kwam op de grens van Holland en het Sticht Utrecht. Een grensstad moest zich kunnen verdedigen met een gracht en muur. Graaf Jan II van Holland verleent op 21 augustus 1300 aan Schoonhoven vergunning om een omwalling aan te leggen. Jan van Henegouwen, die in 1309 met Schoonhoven beleend was, stimuleerde stadsuitbreiding. Verondersteld wordt dat men in de periode 1304-1310 de grachten heeft gegraven. Het is onduidelijk wanneer stadsrechten werden verleend. Rond 1350 werd een stadsmuur met stadspoorten gebouwd. Halverwege de veertiende eeuw is Schoonhoven ommuurd en is een moeilijk te nemen vesting.
In die tijd bestond Schoonhoven van scheepvaart, bierbrouwerij, hennepteelt, veeteelt, lakennijverheid en visserij. Schoonhoven was tevens marktplaats voor de regio.
De middeleeuwse stadsmuren tellen negentien stenen torens, twee waterpoorten en vijf stadspoorten. De toren op de westhoek van de Lekdijk had de naam 'Stenborch', terwijl de toren, gebouwd op een eilandje in de gracht aan de oostzijde 'nieuw Slijkenborch' heette.
Al vanaf 1560 is op een kaart een plattegrond van Schoonhoven afgebeeld met een stratenpatroon van enkele lengtestraten, met haaks daarop een paar dwarsstraten. De enige uitzondering is de Lange Weistraat, die de oude loop van de Zevender volgt, dwars door de stad. De Haven is van oudsher de centrale ruimte in de stad. Aan de Haven bevindt zich het Stadhuis en de meest aanzienlijke bebouwing. Ook de Grote Kerk of Sint Bartholomeuskerk die met zijn scheve toren nog steeds het silhouet van Schoonhoven bepaalt, is dan al een belangrijk gebouw.
Ten tijde van de Opstand werden tussen 1582 en 1601 de verdedigingswerken vernieuwd. Tegelijkertijd werd de stad uitgebreid door de Scheepmakershaven binnen de omwalling te brengen. In deze omwalling werd onder andere de Veerpoort gebouwd. Omdat de Veerpoort onderdeel is van de waterkering, is deze stadspoort als enige tot op heden bewaard gebleven.
De situatie in 1648 is afgebeeld op deze kaart van Joan Blaeu.
In Schoonhoven waren gebouwen en zaken te vinden die in de rest van de Krimpenerwaard nauwelijks voorkwamen, Naast het kasteel waren er kloosters en soldaten, een waag en synagoge en een weeshuis.
Veel van de oude verdedigingswerken zijn in de negentiende eeuw gesloopt en de gracht is op veel plaatsen gedempt. In de Grote Gracht is de vorm van de vesting nog te zien, en ook de Veerpoort aan de Lek is bewaard gebleven.
De Oude Hollandse Waterlinie
In 1589 ontstond voor het eerst het idee om grote delen van Holland tegelijkertijd te verdedigen, in plaats van het tot dan gebruikelijke systeem om per vesting(-stad) de defensie ter hand te nemen.
Door middel van het onder water zetten (inunderen) van grote stukken land, bemoeilijkte men de vijand deze linie te overschrijden. De inlaatpunten voor het water in de linie werden verdedigd door fortificaties, evenals de verhoogde wegen (accessen). Met betrekkelijk weinig militairen kon de Waterlinie worden verdedigd.
In de Zeventiende Eeuw werd ook de Krimpenerwaard in deze Oude Hollandse Waterlinie opgenomen, waarbij Schoonhoven de belangrijkste schakel vormde. De Oude Hollandse Waterlinie, die in 1672 het leger van Lodewijk de Veertiende verhinderde Holland binnen te trekken, liep van de Zuiderzee via o.a. Woerden en Nieuwpoort naar de Biesbosch. Men liet zo´n 30 cm water op de polderweilanden lopen. Het water was onvoldoende diep om te bevaren en het doorwaden ervan was praktisch onmogelijk, mede omdat alle sloten onzichtbaar waren geworden.
Na 1815 werd de stad Utrecht permanent binnen de linie gebracht, waarmee een begin werd gemaakt met de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tot 1822 had de Oude Hollandse Waterlinie militaire betekenis; daarna werd de Nieuwe Hollandse Waterlinie in gebruik genomen. Deze liep een stuk meer oostelijk, langs de oostgrens van de stad Utrecht.
In 1816 werd de vesting Schoonhoven opgeheven. Bastions en omwalling werden grotendeels gesloopt. Er werd volop gehandeld in hennep, graan en kaas. Er was bovendien een levendige zilverindustrie. Schoonhoven is internationaal bekend als zilverstad. Het is een traditie die al in de Middeleeuwen begon en nog altijd bestaat. In de stad zijn vele zilversmeden, er is de Vakschool, het Nederlands Zilvermuseum. De stad staat dan ook bekend als de Zilverstad. Ieder jaar is op Pinkstermaandag de Nationale Zilverdag.
Tot 1942 was Schoonhoven het eindpunt van de spoorlijn Gouda-Schoonhoven. Het oorspronkelijke stationsgebouw staat er nog steeds. Het stationsgebied is nu een busstation.
Schoonhoven beschikt verder ook over een veerpont voor auto's en fietsen, hoewel er een oprit is aangelegd voor een brug naar Gelkenes, die er nooit is gekomen.